Geachte heer van Rijn, beste Martin,
Ik vind het wat lastig om je deze brief te schrijven, want je hebt het de afgelopen weken aardig voor de kiezen gekregen. En dat heb je niet verdient, vind ik. Want ik ben een fan van je en heb erg veel respect voor de manier waarop je (politieke) leiding geeft aan het ingewikkelde transitieproces in de langdurige zorg. Weinig collega’s zouden je dit nadoen.
Maar toch Martin, ik maak me zorgen. Ik maak me zorgen over de manier waarop kwetsbare burgers met een PGB in je vernieuwende zorgsysteem worden vermalen. Ik zie dat gebeuren Martin. Hoe? Door de werkwijze die het Zorgkantoor hanteert en de rigide drift van een aantal medewerkers om – zonder al teveel doorleefde kennis van zaken – grip te krijgen op de PGB financiën. Daarin treden schandelijke effecten op, Martin. Daar moet je wat aan doen, want dat is niet goed.
Omdat jij ooit je ouders als voorbeeld hebt gesteld, laat ik je hier kennis maken met mijn broer Herman. Dat kan nu, want hij heeft het gered en is zonder kleerscheuren door de administratieve controles van het zorgkantoor heen gekomen!!!
Maar dat ging niet vanzelf.
Mijn broer Herman. Geboren met een verstandelijke beperking en – als kwetsbaar lid van de familie – al jarenlang toevertrouwd aan onze zorgen. Niet zo’n eenvoudige opgave want Herman is geen gemakkelijk kerel. Sinds de dood van mijn ouders woont hij op zichzelf, in zijn geboortedorp. Want dat is vertrouwd. Hij heeft daar een klein huisje ”Aan Het Plein 1” vlak bij de kerk. Wij helpen Herman, want Herman is wars van hulpverleners. Hij wil met de hele zorgsector eigenlijk niets te maken, laat staan dat hij in een instelling zou willen wonen. Zelfs een Thomashuis komt daarvoor niet in aanmerking. Herman wil ”gewoon” zijn. Net als wij, zijn broers en zussen. De zorgboerderij die wij voor Herman hebben geregeld, is voor hem dan ook geen dagbesteding, maar gewoon ”werk”. Werk dat hij belangrijk vindt, werk ook waaraan hij, ondanks al zijn gemopper, zijn eigenwaarde ontleent. Hij veegt daar al jaren het erf.
Gelukkig is er voor Herman het PGB. Want het is toch een hele heisa, zo’n broer, die niets met de zorgsector te maken wil hebben. Er moet namelijk nogal wat worden geregeld voor onze Herman. Om maar wat voorbeeldjes te noemen; Herman heeft geen zuiver besef van geld waardoor hij een financieel begeleider nodig heeft, een begeleider die ook alle rompslomp rondom zijn huisje met hem regelt. Daarnaast kan Herman niet zelf voor zijn kleding zorgen en moet er iemand anders de was doen. Ook is er iemand nodig die hem helpt om regelmatig kleding te gaan kopen. Maar Herman doet zijn best. En voor hem is al die aandacht eigenlijk allemaal niet nodig. En dat is nou juist de kern van het probleem. Herman overschat zichzelf op de meeste levensdomeinen. Bijvoorbeeld zijn gezondheidssituatie of de veiligheid die hij met zijn voedsel is acht neemt! Herman doet namelijk iedere week dezelfde boodschappen of hij nou iets nodig heeft of niet. Iedere week hetzelfde lijstje! Het gevolg is dat er soms 10 potten pindakaas in zijn koelkast staan te beschimmelen, de klep van de vriezer soms niet meer dicht kan en of de pakken hagelslag zijn keukenblok uitrollen. Een tijdje geleden nog woog Herman nog zo’n 140 kg, omdat hij geen maat kon houden bij het eten en er van bewegen niet bepaald een hobby werd gemaakt. Kortom het is bij Herman niet goed te maken met een paar uurtjes geplande aandacht (begeleiding)
Maar nogmaals Martin, gelukkig is er voor Herman het PGB. Omdat hij niets met reguliere zorgaanbieders te maken wil hebben, hebben we daarmee in de loop der jaren een heel netwerk (professioneel, semiprofessioneel en informeel) om Herman heen kunnen bouwen. We houden hem daarmee gezamenlijk op het spoor. En dat gaat goed. We hebben zelfs een serieus ‘zorgplan’, een zorgplan waarin precies is vastgelegd welke begeleidingsactiviteiten (doelen) iedereen op zich heeft genomen. Samen met Herman bespreek ik dat zorgplan regelmatig met zijn begeleiders. En hij gaat daarmee vooruit. Herman is sinds jaren niet meer zo vrolijk geweest en is blij dat hij niet in een instelling hoeft te wonen. Doordat hij zo lekker in zijn vel zit, ontwikkelt hij zich de laatste tijd ook beter en is hij zelfs 40 kg afgevallen. Stoere resultaten. Een van de kinderen van mijn zus, heeft het zelfs op zich genomen om Herman stapje voor stapje te leren om met een Ipad om te gaan. Dat is belangrijk voor de toekomst. Want Herman gaat daarmee ook een beetje met de tijd mee en wellicht dat hij daarmee kan leren om te zijner tijd beeldverbindingen (face-time) met zijn familie op te bouwen. Voor de gevallen van ‘nood’. Het onderdeel ‘leren & ontwikkelen’, een van de belangrijke thema’s in de VG sector, is zelfs dus in het programma van Herman opgenomen.
Ook voor jou Martin, moet dit een mooie en aansprekende casus zijn. Herman is (was) immers geïndiceerd voor de functie ‘verblijf’. Hij heeft een ZZP3 met een PGB waarde van zo’n € 60.000,- (exclusief de verblijfscomponent). Maar dat maken wij belangen na niet op, Martin. Door onze manier van werken hebben we dat niet nodig. Jaarlijks storten we van het PGB van Herman de helft (€ 30.000,-) terug naar het Zorgkantoor. Gewoon omdat we veel zelf doen en niet alles aan een instelling overdragen. Precies wat jij wilt, toch?
Maar dan is daar het Zorgkantoor, Martin!!
Met de opdracht èn ambitie om de fraude te bestrijden en namens de NZa te controleren of alles wat wij doen wel ‘AWBZ zorg’ is. Wat een deceptie maakten we daarin mee.
En wat maak ik mij inmiddels zorgen over al die andere kwetsbare burgers, die niet zoals Herman worden beschermd door een netwerk van betrokken mensen die (met een zuivere kennis van zaken) pal voor ze gaan staan. Ik vrees dat zij – zonder dat ze het door hebben – worden gemangeld in een woud van procedurele en administratieve ambtenarij. Ambtenarij die hun zaak (en die van jou) niet dient, nee zelfs schade berokkend. Begrijp me goed, Martin. Ik ben voor de fraudebestrijding, dat is nodig en noodzakelijk. En het idee van de trekkingsrechten via de SVB is natuurlijk een goed idee. Maar ik hoop niet dat de wijze waarop de PGB controle bij Herman heeft plaatsgevonden, een representatief beeld is voor alle PGB controles die er in de afgelopen periode hebben plaatsgevonden. Dat zou ernstig zijn.
Herman is er zonder kleerscheuren vanaf gekomen, ik heb dat al eerder gezegd. Maar dat ging niet vanzelf. Herman heeft het vooral gered omdat ik – als zijn broer – de administratieve beschikkingen die door het zorgkantoor werden afgegeven – bij herhaling en met kennis van zaken – kon ontdoen van onjuiste, onzorgvuldige en onrechtmatig ingenomen standpunten. Onder verwijzing naar de Regeling Subsidies AWBZ en het AWBZ Kompas werden een aantal begeleidingssituaties administratief afgekeurd. Begeleidingssituaties, die wel degelijk zijn gelegitimeerd en ook tijdens het huisbezoek al akkoord waren bevonden. Het is maar net, naar welk woord je in een regel wilt kijken. De Regelingen bieden daarin namelijk nogal wat ruimte. En blijkbaar is de administratieve macht (papierencontrole) daarin groter dan de menselijke uitleg (huisbezoek).
Zo werden voor Herman de begeleidingssituaties voor het verzorgen van zijn kleding en het bewegingsprogramma (lifestyle) dat wij om gezondheidsredenen voor Herman hadden afgesproken rücksichtlos – administratief – afgekeurd. Iets wat ons zeer verbaasde omdat dit cruciale onderdelen vormden in het zorgprogramma dat er voor Herman is opgesteld. Ze zouden volgens de controlerende instantie betrekking hebben op vrijetijdsbesteding en derhalve niet onder het begrip AWBZzorg worden gedekt. Daarnaast bepaalde het Zorgkantoor ook maar even dat de financiële consequenties van deze (achteraf) controle door Herman zelf zouden moeten worden gedragen. Los van de ernstige gedachte dat hij voor de toekomst de begeleiding op die onderdelen zou moeten gaan missen en daardoor al snel voor opname in aanmerking zou gaan komen, werd de schade van dit omstreden besluit ook nog eens bij Herman neergelegd. Een schade die over de PGB periode 2013 en 2014 al gauw zou zo’n € 12.000,- zou gaan bedragen. Een bedrag dat hij van zijn Wajonguitkering zou moeten gaan opbrengen.
Gelukkig is dat niet gebeurd, Martin. Want ik heb namens Herman bezwaar, op bezwaar aangetekend en uiteindelijk gedreigd de kwestie aan de rechter voor te leggen.
Pas toen viel er plotseling – zonder verdere toelichting – een beschikking op onze deurmat, waarin van alle afkeuringen geen sprake meer was. Blijkbaar hadden we dus gewonnen!
Maar Martin, hoe zit dat nou met al die andere kwetsbare burgers?
Kwetsbare burgers die dezelfde procedure door moeten en die geen netwerk of broer/ zus hebben die de beschikkingen van het Zorgkantoor op waarde kan schatten.
Een netwerk of broer/ zus die – vanuit een professionele/ actuele kennis – fouten van het Zorgkantoor kan weerleggen.
Hoe is het daarmee, Martin?
Zijn die na deze operatie gewoon een deel van hun noodzakelijke PGB kwijt? Of kijk ik nu te zwartgallig?
Recent Comments